Verdraagzaamheid

Ik ben een verdraagzaam mens. Ik erger mij niet snel aan dingen. De kleine ongemakken des levens glijden van me af als druppels van een eendenvacht. De ergernissen van onze moderne maatschappij kunnen mij niet deren.

Behalve dan misschien de bovenbuurman. Ik garandeer je dat ik binnen een maand tijd zijn klarinet in zijn rectum kom parkeren. Elke dag wanneer ik terugkom van werk pakt hij zijn blaasinstrument en toetert alle drie de toonladders die hij kent. Urenlang. In elke willekeurige volgorde. De arme jongen kan er ook weinig aan doen dat hij muzikaal niet goed onderlegd is. Gelukkig ben ik een verdraagzaam mens.

Er zijn slechts enkele kleine zaken die mijn gemoedstoestand doen wankelen. Het niet goed vastgedraaide dopje van de tandpasta misschien, en dat die tube dan op de grond valt en dat ik er op ga staan en dat de hele badkamer onder die plakkerige witte teringzooi zit.
Misschien ook de kat die op schoot springt terwijl ik op de wc zit. Ik spring toch ook niet in jouw kattenbak terwijl je zit te schijten? Ik ben niet wraaklustig aangelegd.

Bumperklevers mogen branden in alle kringen van de hel, dat weten we allemaal. Maar wat te denken van de keurige zakenmannen in keurige zilvergrijze Skoda’s, die zo’n keurige afstand van jouw auto houden dat hun keurige koplampen precies in jouw achteruitkijkspiegel weerkaatsen, zodat jij de gehele rit met spastisch dichtgeknepen ogen rijdt om een spontane hersenbloeding te voorkomen? Wat dacht je daar van? Met je tweeëneenhalve autolengte tussen onze voertuigen? Ik hoop dat er een zeemeeuw in je aktetas schijt. Ik oordeel niet.

Ik oordeel niet. Maar wel over vrouwen die hun partner hun mannetje noemen. Mannetje, kereltje, ventje. Dit doet vermoeden dat je liever een kleuter in bed zou hebben. Kiddo’s. Kindjes. Kids. Kids met je ventje. En die dan bammetjes voeren en lekker slaapie doen na het spelen met de toet toet. Één hapje voor pappie, en eentje voor mammie. Past prima binnen je beperkte vocabulaire. Zoals ik al zei, ik oordeel niet.

Behalve dan over bejaarden in de supermarkt. Gezellig keuvelende grijze koppies die met een colonne aan rollators het gehele gangpad blokkeren en precies doof genoeg zijn om jouw excuses niet te horen, maar niet seniel genoeg om niet alles van de ziekte van de kat van de buren van tante Toos te weten. Ik ben geduldig aangelegd.

De liefde, daar moeten we het ook maar even over hebben. Iedereen heeft lief zoals hij wil. Liefhebben: Ook zo’n woord waarvan mijn nekharen overeind gaan staan. Copuleren, dat is een term die ik graag uit de dood zou doen herrijzen. Iedereen moet houden van wie hij wil, hoe hij wil. Doe voor mijn part de meest gore dingen met elkaar; Sterker nog, ik juich het toe.
Maar in godsnaam, heb je werkelijk zo’n hekel aan je partner dat je op een door commercie aangewezen dag een voorgedrukt kaartje met het doosje chocola dat jouw ex je een jaar eerder gaf op wil dringen? De belofte van eeuwige liefde op 14 februari in een pervers fotolijstje met zachtroze hartjes. De rest van het jaar denk je aan de wiebelende borsten van je geile collega terwijl je je warme zaad door de strot van je gleufdiertje pompt, maar deze dag is speciaal voor jou mijn liefste. Dit smaakt naar meer. Fijne Valentijn!

Zoals ik zei, ik ben een verdraagzaam mens

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *