Zwerver

Schoolessay beroepsethiek

Socrates: Hoe kan iemand iets kennen, als hij zichzelf niet kent? Wat is de waarde van zulke ongegronde kennis? Echt inzicht komt van binnenuit.Wat anderen goedkeuren danwel afkeuren is niet relevant. Het besef van onwetendheid is het begin van nieuwe kennis en inzichten.

En daarbij, wie zijn wij om over elkaar te oordelen?

Auto’s remden, bussen weken uit, fietsers slingerden met een grote bocht naar links. Ik remde ook, en keek nieuwsgierig wat er gaande was.
Midden op straat zat een dakloze man, omringd door een groep toeschouwers. “Sodemieter op man, wat doet die klootzak op straat?”
Ik stapte af, en keek hem aan. Hij keek weg, had zijn armen teruggetrokken in zijn jas. De menigte schreeuwde. Of hij niet ergens anders kon spuiten. “Rijd er maar gewoon overheen hoor buschauffeur!”
Ik zette mijn fiets neer, liep naar hem toe, en plofte naast hem neer op straat. De groep omstanders groeide. De man keek me vragend aan. Hij wilde niet zeggen wat hij daar midden op straat deed, ook niet wat hij onder zijn jas hield. De mensen waren toch al boos zei hij, het maakte niets uit. Het was prima zo.
Ik zei hem dat ik niet boos was, maar dat het misschien wel handig was om ergens anders te gaan zitten. Ik hielp hem overeind, en we liepen naar de stoeprand. De toeschouwers maakten een tweedeling. De ene helft verbaasd, de andere geshokeerd, door de vieze oude man, en de interactie met het meisje.

Ik vroeg nogmaals hem wat er aan hand was. Wat hij midden op straat deed, waarom hij zijn armen zo vreemd hield. Hij keek me aan, en opende hij de rits van zijn jas. Hij hield een kitten vast. Zijn rechter achterpoot hing slap naar beneden en er sijpelde bloed uit zijn neusje. De klootzak was gewoon doorgereden, vertelde hij, plotseling woedend op alles en iedereen. Hij aaide de kitten, en zei stuurs dat het beestje best te redden was, hooguit een poot zou moeten missen. Hij zou dat kunnen doen als hij de middelen maar zou hebben gehad.
Verbaasd keek ik hem aan. Hij sprak niet verder.

Zonder te twijfelen kocht ik een buskaartje voor de man en mij, en met zijn drieën gingen we op weg. De man, de kitten, en ik. We gingen naar de dichtstbijzijnde dierenarts in de stad.
Onderweg begon de man te praten. Terwijl hij het katje stevig vasthield vertelde hij dat zijn pootje waarschijnlijk verbrijzeld was, en geamputeerd moest worden. Hij verzekerde me dat katten met drie poten heel gelukkig konden zijn.
De bloedneus was geen reden tot zorg. Iedereen had wel een een bloedneus gehad zonder te sterven, en voegde toe dat hij de man in de dikke BMW graag een bloedneus had geslagen. Bij voorkeur sommigen uit de eerdere groep toeschouwers ook.
Nog steeds nieuwsgierig naar hoe hij dit alles wist, vroeg ik hem naar de herkomst van zijn kennis.
Hij was tot een paar jaar terug een dierenarts vertelde hij, met een eigen praktijk, tot de drugs en schulden daar een einde aan maakten.

Aangekomen bij de dierenarts bleek dat hij gelijk had. Een verbrijzeld pootje, maar verder niets ernstigs. We troffen de dierenarts op een goede dag. Hij had niets ingepland die ochtend, en gezien de situatie wilde hij de kat gratis opereren. De man begon te huilen.

Nu, jaren later, zie ik ze nog wel eens op straat. De man en Plurk, de driepotige kat. Soms schuif ik bij ze aan in het stadspark, en praten we over vanalles. De dieren die hij nog steeds redt, en de dierenarts die nog steeds regelmatig bijspringt. De mensen, die hem nog steeds uitschelden, al vertelt hij vol trots dat hij nu ook wat fans heeft.
Vooral kinderen zijn gek op de vieze man met de lieve kat, en hun ouders, die zijn ook zo slecht niet achteraf gezien. Soms komen volslagen onbekenden kattenbrokjes brengen.

En ik? Ik ben nog steeds onder de indruk. Deze man is wereldwijs, vriendelijk, en zeer intelligent, maar bedankt mij nog elke ontmoeting dat ik hem van straat heb gehaald die dag.

Maar wie ben ik nou eenmaal?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *