Ikea

“Het is zaterdag! Het lijkt mij nou echt gezellig om vanmiddag samen blootsvoets over glasscherven naar de poorten van de hel te wandelen, aldaar een fles gootsteenontstopper achterover te slaan, en zonder ooit nog achterom te kijken de duivel ter hand te nemen en ons te laten meevoeren naar een gruwelijke trage dood!”
Dat is vermoedelijk wat hij verstond. In werkelijkheid stelde ik voor op zaterdagmiddag een reisje naar de Ikea te maken, om eens te kijken welke kledingkasten er zoal verkocht worden.

Om eerlijk te zijn, ik kan het hem niet kwalijk nemen dit wat zwaarder op te vatten dan oorspronkelijk bedoeld was.

 

De Ikea, een groot meubelconcern waar zo goed als alles verkrijgbaar is. Van complete keukenblokken tot plastic planten en paarse handdoekhaakjes. Wanneer je geen problemen hebt met losse onderdelen en linksdraaiende schoevendraaierstaafjes, kan het er best gezellig zijn.
Samen slenteren over afdelingen. Verwonderen over de variatie aan bijzettafeltjes. Van de slaapkamers schuin overstekend naar de werkplekken, de badkamers ontlopend, mijmerend over een nieuw behang voor in de hal naar de woonkamer.
Tijdens de tocht kom je langs verschillende kleine modelkamertjes, aangeduid met schreeuwerige posters op de muren.
‘Kijk ons eens, een modelgezin dat ondanks dat wij slechts 35 m² woonruimte tot onze beschikking hebben, niet willen stoppen met doorfokken! Maar dankzij de opbergsystemen van Ikea, kunnen wij al onze kinderen een slaapplaats bieden! Let ook op de speciale geluidsdichte kasten, waarin niemand onze Jimmy kan horen klagen!’
Ingenieuze manieren om zo veel mogelijk rotzooi in een zo klein mogelijke ruimte te stouwen, er een plaat triplex voor te timmeren, en het als ‘leefbaar’ te verkopen.
Geef het een likje verf, installeer een spotje in het plafond, en het kan zo door voor een designermeubel.
Luxe wonen in een kamer ter grootte van een postzegel, en je bloedeigen kroost laten opgroeien in een kinderstoel onder de gootsteen, bij Ikea kan het!

 

Echter, dit is een vrij neutrale en onbevooroordeelde beschrijving van Ikea. Zaterdagmiddag is een heel ander verhaal.
Nog voor ik het voorstel daar eens te gaan kijken goed en wel had uitgesproken, werd ik overvallen door en golf van medelijden. Wat doe ik de arme jongen aan?
Zelfs voor mij, een vrouw gewapend met een gepaste dosis burgerlijkheid en vertrutting, is de Ikea op zaterdag een uitdaging. Laat staan voor een deelnemer van het andere geslacht.
Wie niet over de juiste uitrusting beschikt die wapent tegen burgerlijk gelukkige gezinnetjes, gillende kinderen, mensen voor wie het voortduwen van een winkelwagentje nog een hele klus blijkt, en eindeloze rijen matrassen, wasbakken en tapijten, is de Ikea op zaterdag en regelrechte marteling.
Zeker wanneer bij binnenkomst voorzichtig wordt geopperd ook nog een kopje koffie te drinken in het bijbehorende restaurant.

 

Sjokkend over de verschillende afdelingen werden we regelmatig geconfronteerd met het gezinsleven in al zijn facetten. Broertjes en zusjes die elkaar met opscheplepels achterna zitten, ouders die dit tafereel vertederd gadeslaan.
Kinderen die verstoppertje spelen, en eindeloos geduldige vaders die doen alsof ze daadwerkelijk plezier beleven aan het opsporen van het kleine ettertje.
Ik kon het niet laten er een paar te verlinken, door ongezien een zacht schopje op de juiste plekken uit te delen, waarna het gnoompje huilend terug naar de bijbehorende ouders rende. Ze mogen me later bedanken.

 

Na wat een jarenlange tocht leek kwamen we aan bij de afdeling ‘slaapkamers’.
Ik voelde mijn haren met de minuut grijzer worden, mijn rimpels dieper, en mijn rug krommer, maar we hadden het gered. Misschien heeft de Ikea ook wel een afdeling voor geriatrische doe-het-zelfers, alwaar rollators met onvoldoende schroefjes worden verkocht.
Daar stonden we dan. Voor de kledingkasten.
In vrijwel iedere kast die ik opende bleek dan wel een kind te zitten, dan wel een compleet ongerelateerd object, vaak in de vorm van speelgoed of keukenmessen, maar het meest schokkende van alles bleek dat de plankjes in de kast apart moesten worden afgerekend.
Ik vroeg een medewerker naar de mogelijkheden een orgaan te ruilen voor een kast inclusief plankjes, maar dit bleek niet tot de service te behoren. Ze kon wel het meegeleverde kind voor mij verwijderen, wat ik toch op prijs stelde.
Vanwege gebrek aan budget en de wil om te leven besloten wij het ditmaal bij kijken te laten, wat Ikea omschrijft als “oriënteren op woondesign”.
Dit zal onvermijdelijk leiden tot een tweede tocht naar Ikea, waarbij het product ditmaal ook met ons mee naar huis mag, in plaats van lijdzaam toe te zien hoe wij het pand kunnen ontvluchten, maar de kast niet van zijn plek kan komen.
Wat ons restte was een kop koffie om wat bij te komen, en een mogelijke toevlucht tot drugs.

 

Bij binnenkomst van het restaurant was er geen tafel of buffet te ontdekken. Bij nader onderzoek bleken ze beiden verstopt onder een kolkende massa mensen.
Met een beker koffie ter hand ging ik in de rij staan.
Voor de kassa’s struikelde ik over een klein jongetje wat er voor zorgde dat het ijshoorntje dat hij in zijn neus had, zich diep genoeg vastzette in zijn kleine schedeltje om zijn hersens te kunnen bevriezen. Angstig zocht ik om me heen naar een boze vader, tot ik me realiseerde dat hier uitsluitend boze vaders zijn. Ik haalde opgelucht adem en stapte over het jochie heen naar voren.
Aan de verbazend ontspannen dame achter de kassa vroeg ik of zij nou geen moordneigingen krijgt van de Ikea op zaterdag. Glimlachend antwoordde zij dat vandaag een stille dag is, en blij is zo lekker rustig aan te kunnen doen deze middag.
Ik keek naar de rij achter mij, bestaande uit tientallen ontwrichtte gezinnetjes, en besloot dat deze mevrouw niet goed bij haar hoofd is.

 

We sloegen de koffie achterover, bespraken het aanvalsplan, en schreven cruciale punten uit op de met ketchup besmeurde tafel.
Het doel was om naar buiten te komen, binnen nu en een kwartier, met behoud van zo veel mogelijk ledematen.
Duwend en trekkend, ontwijkend en rennend door het magazijn kregen we de uitgang in zicht.
De laatste hindernis de kop indrukkend, hotdogs voor een euro en ijsjes voor vijftig cent, wisten we buiten adem de schuifdeuren door te komen.De voorbereiding voor de tweede reis naar Ikea zullen wij zorgvuldig plannen. Graag zou ik iemand met een plastic buxus om de oren slaan,  en mijn doel voor volgende keer is een klein meisje te verdrinken in een showmodel badkuip.
En een kledingkast te kopen uiteraard.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *