‘s Ochtends vroeg, om vijf over acht, stap je nog lichtelijk slaapdronken het perron op. School om 9 uur, wie bedenkt het? En dan nog in Utrecht ook!
Met een Metro onder je arm slof je richting trein.
Wanneer je het treinstel binnenstapt verschijnt er een glimlach op je gezicht; niet alleen kan je nog 40 minuutjes heerlijk onderuitgezakt op een bankje hangen, maar je bent nog de enige in de coupé ook! Precies wat je nodig hebt ‘s ochtends.
Je ploft neer op een zorgvuldig uitgekozen stoel, achterin het treinstel, verstopt in een hoekje, maar wel in de gewenste rijrichting.
De fluit klinkt, en tot je grote vreugde is er verder niemand binnengekomen. 40 minuten lang complete rust en stilte!
Met het krantje voor je neus dwalen je gedachten langzaam af.
Maar dan komt het. Ruw word je uit je dagdroom geschud wanneer iemand op je schouder tikt.
“Pardon mevrouw, is deze plek bezet?”
Met een ietwat verdwaasde blik neem je de persoon voor je op. Drie lagen plamuur en een kort, vlot kapsel lachen je van boven een lichtbruine bontkraag tegemoet.
Stiekem kijk je de coupé rond, die nog steeds volledig leeg blijkt te zijn.
Stamelend reageer je: “Eh.. niet echt nee…”, en haal je je tas van de stoel. Zonder enige twijfel ploft mevrouw naast je neer, en stoïcijns staar je naar je krantje. Het duurt echter niet lang voor ze begint te praten.
40 minuten later weet je alles wat de kat van ome Kees, de ziektes van mevrouw van Dam, en de meningen van de hele betrokken volksbuurt.
Een aantal vragen rijzen in mij op;
– Waarom is de batterij van mijn mp3-speler nou leeg?
– Waarom denkt mevrouw dat ik dit wilde weten?
– En bovenal, de coupé is nog steeds leeg, op de plek naast mij na.
Waarom? Waarom toch?