Onlangs worstelde ik, dhr van Gisteren (Bami voor intimi), met levensvragen. Is het de moeite waard te blijven proberen om die vogels te vangen? Wat heeft het allemaal voor nut? Wat is nou daadwerkelijk een zinvolle invulling van al mijn negen kattenlevens?
Ik besloot advies te vragen aan de enige intelligente aanwezigheid binnen mijn huishouden. Mijn vertrouweling, mijn compagnon.
Ik uitte mijn frustraties met mijn majestueuze kop stevig in Sandra weggedrukt.
(Ja, jullie perverselingen zullen wel denken. Sandra is een kamerplant. Een Sanseveria. Get your mind out of the gutter.)
Maar goed, met mijn gezicht ver in Sandra’s diepste holtes begraven vroeg ik om haar kijk op zaken. Haar ruisende groene bladeren voorzagen mij ditmaal echter niet van zielenrust. Sandra is intelligent, welopgevoed, en begrijpt etiquette zoals geen ander dat in mijn nabije omgeving lijkt te doen. Sandra is echter ook opmerkelijk recht door zee.
Sandra bracht mij van mijn stuk. Ze vroeg hoeveel van mijn kattenlevens ik al had verspild, en wat ik daar dan nu echt mee gedaan heb. Eerlijkheidshalve, ik weet niet zeker hoe ver ik al ben. Gezien mijn glorieuze voorkomen, mijn pelswaardige vacht voorzien van prachtige hoogglans, mijn slanke, soepele lichaam, in al mijn ervaring, kennis en wijsheid, en met mijn intelligente, uitgebalanceerde, en zeer bescheiden karakter ga ik er eigenlijk van uit het eindproduct te zijn. Hoeveel beter kan ik nog worden bij een eventuele reïncarnatie?
Aan de andere kant zou ik wel baat hebben bij een extra oog. Dat zou een totaal van twee ogen betekenen. Een mooi, even aantal.
Sandra opperde dat ik misschien wel helemaal niet terugkeer als een kat. Als een panter dan, probeerde ik nog. Een tijger, desnoods een wolf. Sandra leek niet overtuigd. Ze gelooft niet in reïncarnatie, en is daar vrij uitgesproken in.
Pijnlijk, wanneer je in gesprek bent met een kat. Ik voel een chlorofiele breuk in ons vertrouwen ontstaan.
Wat weet zij nou eenmaal van de levensloop. Begonnen als zaadje, in een plastic pot begraven en vanuit de kweker zo in de woonkamer gezet. Wanneer ze sterft vergaat ze tot pulp, en wordt in de vuilnisbak gedonderd. Op z’n best tot compost verwerkt.
Nu zijn we allemaal begonnen als zaadjes en vergaan we tot pulp, maar het is de tijd daartussen die me dwars zit. Wat nu als ze gelijk heeft?
Sandra en ik zijn voorlopig uitgepraat.