Ik zal de eerste zijn om toe te geven dat mijn Randstedelijke arrogantie steeds verder afneemt des te langer ik in Groningen woon.
Ondanks dat mijn glijdende Leidse R (juh, kejje dat niet howrûh dan?) prominent op de voorgrond blijft, vermindert mijn vooroordeel over het noorden des lands in rap tempo.
Grapjes over het bestaan van electriciteit in betreffende provinciën lijken steeds flauwer en minder op hun plek. Met als grote uitzondering Friesland natuurlijk, elke grap binnen die context is volkomen terecht.
Bijkomend voordeel, ze zullen dit toch nooit lezen, gezien een snelle uitrol van het internet daar net zo waarschijnlijk is als dat fierljeppen een olympische sport wordt.
De stad Groningen heeft m’n hart gewonnen. De mensen, de sfeer, de mentaliteit, de architec- en cultuur. Alles. Ik kan volledig oprecht zeggen dat ik de rest van mijn leven in Stad zou kunnen slijten.
Een ander verhaal is de provincie Groningen. Leuk om doorheen te rijden, vele malen leuker nog om de stad in de verte weer te zien opdoemen.
Mooi stukje land hoor, in de zomer, maar wat een grauwe deprimerende teringbende gedurende elk ander seizoen.
Hier toont mijn westelijke vooringenomenheid zich op zijn best. Ik kan simpelweg niet door die kneuterige dorpen rijden zonder deze liefkozend te bombarderen tot “Sjappingedam”, “Hoogesjap-Sjappemeer” of “Stadsanaal”.
Groningen zelf doet overigens ook een aardige duit in het zakje, met namen als “Doodstil”, “Takkebos”, “Tranendal”, en “Lutjewijtwerd”. Sorry, maar dan vraag je er ook een beetje om belachelijk gemaakt te worden.
Laatst zag ik een advertentie in een bushokje waar het recreatiegebied in een nieuwe wijk werd aangeprezen.
De sfeer van Woldmeer stond er op de poster, met daaronder een gebruinde sportschooljongen die ontzèttend, wáánzìnnig zen zit te zijn op een ronddobberende surfplank.
Hij drijft op een stukje water dat het midden lijkt te houden tussen een sloot en een vijver. Hij heeft z’n handen in meditatiepositie, om te benadrukken hoe ongelooflijk zen en zielsgelukkig hij is, daar met gekruiste benen zittend op dat stuk plastic tussen het riet.
Ook hier zal mijn Leidse bias over de provincie geheid een rol in spelen, maar ik kan niet anders dan me afvragen:
Als het beste wat Woldmeer te bieden heeft ademhalen op een surfplank is, waarom maak je daar dan in godsnaam reclame voor?