Zoals ik eerder schreef heb ik een zwakke plek voor specifieke obecten. Deze afwijking heb ik al zo lang als ik me kan heugen. Wasknijpers, notitieboekjes, pennen en kleine afgeslepen potloodjes kunnen allemaal rekenen op mijn waardering, maar verreweg het meest gesteld ben ik op theelepels.
De onhandige stukjes bestek die niemand ooit echt mist. Te klein om een fatsoenlijke functie te dienen, te groot om niet in de weg te liggen in een bestekla. Normale lepels hebben absoluut m’n sympathie, maar aanzienlijk minder dan hun bescheiden tegenhangers. Vorken vind ik ook lief.
Vroeger jatte ik wel eens theelepels. De eenlingen die niet bij een setje hoorden, die weggeschoven onder een stapel messen lagen te wachten op een vinder. Tegenwoordig koop ik ze netjes. Meestal.
Al jarenlang vind ik regelmatig theelepels op willekeurige plekken terug. In veel van mijn tassen liggen ze in veelvoud op de bodem, gekocht danwel gered uit een café of restaurant. Voor mijn gevoel krijgen ze daar vaak niet de erkenning die ze verdienen.
Soms zijn dit theelepels met afwijkende vormen en functies.
Ik heb er eentje met een gaatje (olijvenlepel). Eentje met kleine tandjes (mini-spork). Eentje met een gekruld handvat, om aan een beker te hangen. Eentje met een onhandig breed schepje en een veel te kort handvat. Ze zijn allemaal even aandoenlijk.
Dit resulteert in een exorbitante collectie theelepels, waarvan mijn vriend me eens in de zoveel tijd sommeert er een paar weg te doen. Hij heeft gelijk, het zijn er te veel.
In de praktijk betekent dit dat ik theelepels met bijpassende vriendjes in setjes doneer aan een kringloop. Niet via normale donatie, maar door ze bij de anderen in een bak te leggen. Stiekem de winkel binnen smokkelen en wanneer niemand kijkt ze bij de rest in een bak te leggen. Hebben ze gezelschap.
Ook wil ik wel eens een lepeltje achterlaten op plekken waar hij gewaardeerd wordt. Op mijn werk, waar collega’s theelepels dagelijks gebruiken om hun kostbare zwarte goud te roeren. Bij mij moeder in haar keuken, die, opmerkelijk genoeg, precies hetzelfde denkt over theelepels.
Een tijdje terug viel er tijdens het koken een theelepel achter de koelkast. Ondanks verwoede pogingen kon ik er niet bij, en ligt hij nu nog steeds in het donker te wachten tot ik hem ophaal. Zijn vriendjes in de la missen hem vast.
Ik denk hier vaker aan dan me lief is, en voel me dan altijd een beetje verdrietig.