Inzending voor schrijfwedstrijd trouw.nl, onderwerp “Mijn ex”, max. 500 woorden.
De wasmand; het cylindervormige plastic object, dat met voorbedachte rade pontificaal in de kamer is geplaatst. Felgroen en, mede door de dubieuze lucht die er van af komt, toch lastig te missen lijkt mij zo. Maar helaas, het tegendeel blijkt waar.
Dit hele verhaal is begonnen als een primetime tv-discussie van een kersvers samenwonend stel.
“Schat?”
“Hmm?”
“Wat doen we eigenlijk met de was, ik bedoel, waar laten we die?”
“Hmm? Een momentje, vraag maar tijdens de reclame.”
“We moeten wel een wasmand hebben!”
”…”
“Zeg, wat vind jij?”
“Tijdensdereclamemagjepraten.”
Kort hierna volgde de welbekende reis naar Ikea, inclusief schoonouders, die heimelijk lachten om de problemen die zij vele malen eerder voorzagen dan wij.
En toen stond hij daar, in de hoek van de kamer, lonkend naar onze vuile was. De functie van een wasmand leek mij duidelijk, echter bleek het afzichtelijke groene ding een groot punt van discussie te worden.
Naar mijn idee dient een wasmand zijn doel wanneer de vieze was er in verdwijnt. Voor mijn toenmalige wederhelft bleek het echter een vuilnisbak te zijn, die net even wat tactischer geplaatst was dan degene in de keuken. Maar de was er in gooien, geen sprake van.
Onderbroeken, sokken, en shirts lagen door het hele huis verspreid. Ik vond ze terug in de slaapkamer, keuken, en nota bene zelfs op het toilet, eigenlijk overal behalve in de wasmand.
Natuurlijk volgden hieruit discussies.
Waarom het zo lastig is die kleding vijf meter verder naar links te gooien? Waarom de wasmand gevuld was met bierflesjes, en waarom het zelfs een te grote moeite was om die fatsoenlijk leeg te drinken. Dat ik niet elke dag zin had om de wasmand te ontdoen van lege chipszakjes, restjes van het avondmaal en verschaald bier, en, dat er opvallend genoeg, geen ruimte meer vrij was voor mijn vieze kleding.
Dit scenario leidde weer tot fikse ruzies over opruimen en schoonmaken, en binnen een tijdsbestek van drie weken waren we vijf jaar opgeklommen op de ladder der relaties.
Uiteindelijk leek het de beste optie om elk onze eigen was te verzorgen, ik de mijne, en wat hij met zijn stinkende berg sokken wilde doen was niet langer mijn zorg.
Helaas leidde dit alleen maar tot meer rotzooi, meer afval, en meer vieze was, met als groot verschil dat de wasmand er niet langer omheen zat.
Niet alleen lagen de sokken nu overal, de bierflesjes en etensresten vonden langzaamaan ook hun weg naar iedere plek in het huis die praktischer leek dan de afvalbak in de keuken.
Nu, ruim een jaar, een relatiebreuk, en een huis verder staat mijn afzichtelijke groene wasmand naast mijn eigen wasmachine, waar hij eindelijk zijn werkelijke doel kan dienen.
Ondanks de oude bierlucht die nog steeds uit het ding opstijgt, lijkt hij zowaar tevreden met mijn vrouwelijke instincten om ook daadwerkelijk op te ruimen.
En de afvalbak uit de keuken? Die staat uit sympathie naast het cylindervormige plastic object pontificaal in de kamer.