Zo gauw de herfst begint, lijken de vier natuurelementen weer zichtbaarder dan elk ander moment van het jaar.
Regen, aarde, vuur, en bladblazers.
De regen klettert onophoudelijk uit de lucht, de geur van aarde alom aanwezig, men steekt de open haard weer aan, en zo gauw het weer ook maar de kleinste hint geeft van een op handen zijnde herfststorm (mooie voor galgje!), verschijnen er binnen een tijdsspanne van luttele uren talloze gemeentewerkers en hobbyisten met een bladblazer om te concurreren met de wind.
De blaadjes waaien van de boom en op de stoep, en fanatiek blazen bovengenoemden deze blaadjes van de stoep de weg op.
Een ander blaast de blaadjes van de weg in de goot. De wind blaast ze weer terug de stoep op, en de circel begint opnieuw, ad infinitum, tot de herfst ten einde is en de blaadjes vervangen worden voor sneeuw en andere smerigheid. Soortgelijke in oranje gehulde gemeentewerkers en hobbyisten nemen dan een pak zout ter hand en vegen en strooien met onverminderde toewijding. Ook hier schuwt men geen bladblazers, al worden deze gelegenheidshalve omgedoopt tot sneeuwblazers.
Wonderlijk, die natuur.